Omschrijving

Kaart uit circa 1910

De kazerne heeft een U-vormige plattegrond; het hoofdvolume staat met de lange gevel parallel aan de openbare weg. Het gebouw is in twee bouwlagen opgetrokken, onder een zadeldak belegd met zwart gesmoorde gegolfde Friese pannen. Windveer en gootlijst zijn geprofileerd. Op de noknaald staan twee gemetselde schoorstenen. Het opgaand muurwerk is vanaf de bepleisterde plint gemetseld in bruine bakstenen, verlevendigd met korte gepleisterde banden en neggeblokken langs de wissel- en bovendorpel van de raamkozijnen en imitatiesluitstenen in de getoogde streklagen in de gevelopeningen. De voorgevel is vijf traveeën breed en heeft een symmetrisch indeling: een risalerende middenpartij beëindigd door een topgevel, aan weerszijden twee vensters en hoeklisenen. De H-vensters hebben een ingesnoerde lekdorpel en in het trommelveld afwisselend gele en bruine bakstenen in graatvormig verband. Het middenrisaliet heeft een getoogde portiekopening van dezelfde breedte als de vensters; daarachter verbreedt de portiek zich naar de twee toegangsdeuren. Boven de portiekopeningen een H-venster. In de topgevel een gepleisterd vlak met het opschrift: KONINKLIJKE MARECHAUSSEE.

Plattegrond Circa 1950
De complete kazerne

De geveltop wordt afgesloten door een siermakelaar met opengewerkte beschieting. De zuidelijke zijgevel heeft in de eerste bouwlaag een later toegevoegde driezijdige erker ter plaatse van een oorspronkelijk venster. De erker op bakstenen voet heeft een strokenvenster onder een betonnen afdekplaat. In de gevel twee ringen voor het aanbinden van de paarden. In de tweede bouwlaag een H-venster en in de geveltop een tweelicht T-venster met bovenlicht. De vensters zijn onder een getoogde streklaag met in het trommelveld geblokt metselwerk. Onder het dakoverstek een siermakelaar. In de zijgevel van de aanbouw een venster en een deur. Aan de achterzijde zijn de aanbouwen opgetrokken in één bouwlaag onder plat dak: zowel de achtergevel van het hoofdvolume als van de aanbouw is bepleisterd met cement. Aan de achterzijde een deur met zij- en bovenlicht. In de tweede bouwlaag van het hoofdvolume een enkele of dubbele deur naar het droogplat op de aanbouw. In het dakschild aan de achterzijde twee grote drielichtkajuiten. De noordelijke zijgevel van de aanbouw heeft twee H-vensters en een deur. De indeling van de zijgevel is overeenkomstig de zuidelijke zijgevel. Alle lekdorpels van de zijgevels zijn uitgevoerd in bakstenen.