De KAZERNE van de Koninklijke Marechaussee, thans dubbel
woonhuis, werd in 1895 gebouwd in traditionele baksteenarchitectuur met
elementen van de Chaletstijl en de Neo-Renaissancestijl wegens overplaatsing
van de KM-brigade vanuit Beetsterzwaag. De in Beetsterzwaag gestationeerde
brigade vormde een onderdeel van de Vierde Divisie in Friesland die sedert 1893
in 18 plaatsen gelegerd was, meest aan de rand van de nederzettingsbebouwing.
De bouw van marechaussee-kazernes hield verband met de sociale onrust aan het
eind van de vorige eeuw, in het bijzonder in de ‘voormalige’
veenontginningsgebieden. Thans is de kazerne in de straatwand opgenomen. Van
hetzelfde type kazerne staat een niet van rijkswege beschermd voorbeeld aan het
Fok 28-29 te Heerenveen. Het ontwerp is vermoedelijk van het Wapen der Genie en
de kazerne werd gebouwd door de firma Gebr. Aberson uit Steenwijk, die ook de
kazerne te Heerenveen heeft gerealiseerd. De bijbehorende stallen en het
cellenblok zijn in de jaren 70 ingrijpend verbouwd (Stationsweg 33; hoek
Leitswei) en vallen buiten de bescherming van rijkswege.
Omschrijving
Kaart uit circa 1910
De kazerne heeft een U-vormige plattegrond; het hoofdvolume
staat met de lange gevel parallel aan de openbare weg. Het gebouw is in twee
bouwlagen opgetrokken, onder een zadeldak belegd met zwart gesmoorde gegolfde
Friese pannen. Windveer en gootlijst zijn geprofileerd. Op de noknaald staan
twee gemetselde schoorstenen. Het opgaand muurwerk is vanaf de bepleisterde
plint gemetseld in bruine bakstenen, verlevendigd met korte gepleisterde banden
en neggeblokken langs de wissel- en bovendorpel van de raamkozijnen en
imitatiesluitstenen in de getoogde streklagen in de gevelopeningen. De
voorgevel is vijf traveeën breed en heeft een symmetrisch indeling: een
risalerende middenpartij beëindigd door een topgevel, aan weerszijden twee
vensters en hoeklisenen. De H-vensters hebben een ingesnoerde lekdorpel en in
het trommelveld afwisselend gele en bruine bakstenen in graatvormig verband.
Het middenrisaliet heeft een getoogde portiekopening van dezelfde breedte als
de vensters; daarachter verbreedt de portiek zich naar de twee toegangsdeuren.
Boven de portiekopeningen een H-venster. In de topgevel een gepleisterd vlak
met het opschrift: KONINKLIJKE MARECHAUSSEE.
Plattegrond Circa 1950
De complete kazerne
De geveltop wordt afgesloten door een siermakelaar met
opengewerkte beschieting. De zuidelijke zijgevel heeft in de eerste bouwlaag
een later toegevoegde driezijdige erker ter plaatse van een oorspronkelijk
venster. De erker op bakstenen voet heeft een strokenvenster onder een betonnen
afdekplaat. In de gevel twee ringen voor het aanbinden van de paarden. In de
tweede bouwlaag een H-venster en in de geveltop een tweelicht T-venster met
bovenlicht. De vensters zijn onder een getoogde streklaag met in het
trommelveld geblokt metselwerk. Onder het dakoverstek een siermakelaar. In de
zijgevel van de aanbouw een venster en een deur. Aan de achterzijde zijn de
aanbouwen opgetrokken in één bouwlaag onder plat dak: zowel de achtergevel van
het hoofdvolume als van de aanbouw is bepleisterd met cement. Aan de
achterzijde een deur met zij- en bovenlicht. In de tweede bouwlaag van het
hoofdvolume een enkele of dubbele deur naar het droogplat op de aanbouw. In het
dakschild aan de achterzijde twee grote drielichtkajuiten. De noordelijke
zijgevel van de aanbouw heeft twee H-vensters en een deur. De indeling van de
zijgevel is overeenkomstig de zuidelijke zijgevel. Alle lekdorpels van de
zijgevels zijn uitgevoerd in bakstenen.
Rijksmonument
Waardering De voormalige Marechaussee-kazerne is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
Als bijzondere uitdrukking van een bestuurlijk-paramilitaire ontwikkeling, in relatie tot de sociale onrust in de streek.
Vanwege de hoge mate van belang van de historische functie.
Vanwege de redelijke mate van belang als voorbeeld van een gestandaardiseerd type kazerne.
Vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur, m.n. de voorgevel, waaraan het object als kazerne herkenbaar is.
Vanwege de hoge mate van typologische zeldzaamheid op provinciaal niveau.